Racend naar college, hopend dat ik nog op tijd zou zijn. Natuurlijk zat elk stoplicht tegen, reden er veel te veel slome mensen voor me waardoor ik scheldend achter het stuur zat en was er nergens een parkeerplek te bekennen. Wanneer je haast hebt zit echt alles tegen op de weg en kom je standaard te laat en wanneer je alle tijd van de wereld hebt zit alles mee en ben je veel te vroeg. Hmmm… bizar is dat eigenlijk.
Maar goed, ik had eindelijk een parkeerplekje gevonden en ik rende naar het gebouw waar ik college had. Misschien eerder glijdend dan rennend, aangezien het ijskoud was en spekglad omdat de straten bezaaid waren met ijs en sneeuw. Half buiten adem (want mijn conditie is euhhh gewoon niet bestaand) kwam ik aan bij de collegezaal. Shit, mijn hoorcollege was al begonnen en ik hoorde de professor al praten. Het was echt een standaardcollegezaal, waar de professor helemaal beneden stond en de studenten in een halve cirkel op een tribune om hem heen zaten. Om het hoekje keek ik of er nog plek was. Rechts bovenin zag ik nog een plekje waar ik makkelijk heen kon lopen, zonder dat iedereen op hoefde te staan. Op mijn tenen wandelde ik snel richting een vrij plekje, ik pakte snel mijn kladblok en een pen uit mijn tas zodat ik notities kon maken van de belangrijkste dingen die de docent te vertellen had.
Daar zat ik dan rond 10 voor 9 in de collegebanken met mijn nieuwe donkerblauwe spijkerbroek aan. Ik had van de ouders van mijn toenmalige vriendje een nieuwe broek gehad. Gewoon zomaar, een cadeautje. Ik was er helemaal blij mee en dit was de eerste dag dat ik hem aanhad. Wanneer ik iets nieuws draag, voel ik me gelijk happy en denk: ‘Ja, ik zie er leuk uit vandaag!’ Dat gevoel duurde die dag niet erg lang.
Na een half uur kon ik me niet meer helemaal focussen op het verhaal van de professor. Geen interessant onderwerp en veel te monotoon. Slaapverwekkend. Ik tekende figuurtjes bovenaan mijn kladblok uit verveling en bleef geregeld naar de klok staren. De tijd ging zo ontzettend langzaam. Ik zag dat we bijna pauze hadden. Mooi, dan kan ik straks bij mijn vrienden zitten. Toen ik net binnen was had ik al om me heen gekeken waar mijn vrienden zaten. Bovenin in het midden, ze seinden al dat ze een plekje vrij hadden gehouden. Top, dan kan ik daar straks naartoe verhuizen met mijn spullen.
Niet veel later hadden we eindelijk pauze. De meeste mensen gingen naar buiten. Even die muffe collegezaal uit. Rondje lopen, wat drinken halen, plassen, peukje doen. Ja zo blijven er binnen weinig mensen over. Ik pakte mijn spullen en gooide mijn kladblok in mijn tas. Ik schuifelde zijwaarts door de collegebanken richting het gangpad zodat ik in het middelste blok bij mijn vrienden kon gaan zitten. Mijn kont voelde ijskoud toen ik opstond. Gek, dacht ik nog maar het zal wel komen omdat ik net 3 kwartier op een stoel heb gezeten waardoor ik warme billen kreeg. Ik zag wat mensen naar me kijken en dacht ‘kan je het zien?’. Achteraf hadden ze heel veel kunnen zien, te veel.
Ik kwam bij mijn vrienden aan en gooide mijn tas neer. Hmmm ja nu voelt mijn kont echt heel koud hoor… Met mijn hand greep ik naar mijn billen. Ik verwachtte een stuk spijkerbroek te voelen maar nee, ik voelde een stuk bil… een stuk blote bil. What the … Ik probeerde mijn hoofd om te draaien om te kijken maar tenzij je een slangenmens bent of voor een spiegel staat kan je niet heel goed de achterkant van je lichaam bekijken. Ik klapte snel de stoel naar beneden en ging zitten. Met mijn hand probeerde ik nogmaals te voelen wat er nu precies aan de hand was. Mijn broek was van bovenaan waar je riem hoort te zitten tot aan mijn kruis uitgescheurd. De hele naad in het midden van mijn billen bestond uit een grote scheur. Het enige wat mijn bilspleet nog bedekte was mijn string. Maar zo heel veel stof heeft dat ook weer niet. Daar had ik dus helemaal niets aan. Mijn vrienden vroegen wat er aan de hand was en ik vertelde dat ik uit mijn broek was gescheurd. Mijn splinternieuwe broek, waarvan later bleek dat deze niet goed gestikt was. Een fabrieksfoutje. Ja leuk, zo’n fabrieksfoutje. Zat ik dan in mijn blote reet in een collegezaal die weer langzaam vol begon te stromen met mensen.
En nu? Wat moet ik nu? Opstaan dat wordt hem niet meer hoor. Dus niet dat ik een showtje weg ga geven voor iedereen. Gelukkig had ik die dag besloten om een truitje aan te doen met daaroverheen een vest. Dat was de oplossing. Ik trok mijn vest uit en bond het om mijn middel alsof ik weer tien jaar terug in de tijd ging. Nu werd ik niet raar aangekeken omdat ik in mijn blote kont stond, maar omdat ik terwijl het vriest mijn vest uittrok en in een topje met spaghettibandjes zat. Ik trok mijn jas aan en zei tegen mijn vrienden: ‘Ik zie jullie morgen, ik ben weg’. Nog voordat de tweede helft van mijn college begon, liep ik snel de zaal weer uit. De hele weg naar mijn auto voelde ik de ijskoude wind onder mijn vest door waaien en mijn billen werden er niet warmer op. Het loopje van tien minuten naar mijn auto bestond dus uit een mompelende scheldtirade in mezelf. Kut broek!
Story of my life… Lit Happens.
Photo by Uwe Jelting on Unsplash